Sociale bijdragen: uitleg en berekening
Vanaf 1 januari 2015 werd de berekeningswijze van de sociale bijdragen voor zelfstandigen gewijzigd voor ALLE zelfstandigen! Starters en gevestigde zelfstandigen.
Sindsdien betaalt de zelfstandige elk jaar bijdragen die gebaseerd zijn op het inkomen van datzelfde jaar.
Dit gebeurt in twee fasen.
Voorlopige bijdragen
De starter betaalt zijn bijdragen op basis van een wettelijk minimuminkomen of op basis van een hoger inkomen dat hij zelf aangeeft.
De gevestigde zelfstandige (na de eerste drie jaar) krijgt automatisch een voorlopige bijdrage gebaseerd op zijn (geïndexeerd) inkomen van drie jaar geleden.
Hij kan beslissen:
- dit voorstel te volgen;
- meer te betalen als hij van oordeel is dat zijn inkomen dat jaar hoger zal zijn dan dat van drie jaar geleden;
- vragen om minder te betalen als hij van oordeel is dat zijn inkomen daalt. Daartoe moet hij zijn verzekeringsfonds een dossier bezorgen waarin hij op basis van objectieve elementen bewijst dat dat zijn inkomen voor dat jaar lager is dan dat van drie jaar geleden. Het verzekeringsfonds zal het dossier beoordelen. Hij kan het verminderd inkomen niet vrij kiezen want hij moet bijdragen betalen op de minimumdrempels die voor zijn categorie (zelfstandige in hoofberoep, in bijberoep, …) bepaald zijn.Voorbeeld: Een zelfstandige in hoofdberoep heeft enkel de keuze bijdragen te betalen op een inkomen van € 12.870,43 of van € 25.740,86 (cijfers 2014). Het is dat of niets …
Definitieve bijdragen:
Twee jaar later ontvangt het verzekeringsfonds de inkomsten van de belastingadministratie. Het maakt een definitieve berekening en het verschil wordt gevorderd of terugbetaald.
De zelfstandige die het bedrag heeft betaald dat het verzekeringsfonds hem oorspronkelijk heeft gevraagd, zal geen verhogingen betalen op de regularisatie als hij een bedrag moet bijpassen. Hij zal ook geen bonificaties ontvangen op te veel betaalde bedragen die het verzekeringsfonds hem zal terugbetalen.
Wee echter de zelfstandige die een vermindering gevraagd en bekomen heeft als twee jaar later blijkt dat hij toch meer heeft verdiend. Hij zal verhogingen van 3% per kwartaal betalen vanaf het jaar dat op de voorlopige bijdragen volgt + 7% na 31 december van elk jaar.
Een voorbeeld ter illustratie van het laatste geval:
Een zelfstandige ontvangt een uitnodiging om een voorlopige bijdrage van € 2200 per kwartaal te betalen op basis van zijn geïndexeerd inkomen van 3 jaar geleden.
Hij vraagt een vermindering op basis van de dubbele minimumdrempel (€ 1.400) en hij betaalt op tijd en stond.
Twee jaar later blijkt dat hij meer heeft verdiend dan die dubbele minimumdrempel en dat hij € 1.800 per kwartaal had moeten betalen.
Na afrekening is hij € 1.600 verschuldigd.
Aangezien hij ten onrechte de vermindering op basis van de dubbele minimumdrempel heeft gevraagd, zal hij € 448 verhogingen moeten betalen.
Percentage van de sociale bijdragen
Vanaf 2018 bedraagt het percentage van de sociale bijdragen 20,50% op het nettoberoepsinkomen (na aftrek van de beroepskosten).
Een goede raad voor zelfstandigen: “Bekijk uw inkomsten met uw boekhouder rond november-december van elk jaar en betaal bij, indien nodig.” (zelfs als u vermindering bekomen hebt).